Alles wat als ervaring bestaat, bestaat bij de gratie van bewustzijn. Want bestaat er iets buiten bewustzijn? Bestaat er iets los van bewustzijn? Is er een ervaring mogelijk buiten bewustzijn? Dat zijn vragen die van zichzelf een diepe meditatie zijn. Je deze vragen stellen brengt je naar je oorsprong. We kennen nooit losse objecten zoals gedachten, gevoelens, gewaarwordingen die een onafhankelijk bestaan leiden buiten bewustzijn of het kennen ervan om.
Wie ben jij? Wie ben ik? Ik ben hier over gaan nadenken na mijn 100-en ervaringen als opsteller en vele gesprekken met mijn goede vriend Hans van der Veer. Een opstelling is een representatie van een vraag van een client in visuele vorm door mensen die vaak elkaar van te voren niet kennen. Een Familieopstelling is een representatie van een familieaspect in de vraag. Vaak worden de vader en moeder in ieder geval gerepresenteerd. De daadwerkelijke vader en moeder zijn niet in de ruimte aanwezig en hoeven zelf niet eens in leven te zijn. Zelf ben ik gespecialiseerd in loopbaanopstellingen, wat de verbinding maakt tussen je familie- en werksituatie.
Als opsteller verwonder ik mij altijd over het feit dat iedereen die ik in een opstelling zet, onmiddellijk kan invoelen wat er nodig is voor de ander en kan representeren wat er gerepresenteerd dient te worden. Daarnaast word je in een opstelling ook gevraagd representant te zijn voor datgene wat bij jou ook geheeld dient te worden. Als of er een dieper iets is, wat binnen een opstelling speelt. Bert Hellinger, de founding father van opstellingen, noemt dit het alwetende veld. Eigenlijk is er geen opstelling voor een client, en een representant in het veld, maar een helende beweging voor iedereen die aanwezig is bij een opstelling. Niets is voor niets. Daarom werk ik ook niet meer met aparte tarieven voor cliënten en representanten, dan wordt het veld niet altijd optimaal gevoed.
Op gevoelsniveau kunnen wij iedereen ervaren in dit veld. Ik heb het zo concreet als mogelijk is meegemaakt. Een alcoholist die een alcoholistische vader moest representeren, en voordat deze naar de opstelling kwam zelf van de alcohol af wilde. De representatie hielp hem daarmee, en tot op de dag van vandaag drinkt de persoon geen alcohol meer. De persoon volledig in de schulden die een moeder representeerde in de schulden en bewust werd van het grote effect ervan, en daarna stap voor stap uit de schulden is gestapt. En alle minder extreme vormen hiertussen.
Als binnen opstellingen die veld aanwezig is, waarom zou dit er niet altijd zijn? Zitten wij als gedachte van afgezonderde identiteiten eigenlijk niet gevangen in dit veld van verhalen?
Kunnen wij buiten dit veld treden en de wereld ervaren op een uniforme manier?
Een metafoor hiervoor is de bioscoop. Ben jij de toeschouwer, ben jij de filmer, ben jij de film of ben jij het filmdoek? De metafoor van het filmdoek en de film is, zoals alle metaforen die bewustzijn willen vangen in woorden, een gemankeerde poging om dat wat niet gekend kan worden toch enigszins kenbaar te maken. Het object-loze te objectiveren.
Bestaat er een veld van verhalen los van bewustzijn? De opstellingen zijn, net als elk verhaal dat als doel heeft het leven beter, dragelijker, begrijpelijker te maken, een placebo verhaal. Placebo in de zin van mentale projecties die over een schijnbare werkelijkheid worden gelegd. Invullingen, inkleuringen. Als gekende objecten. Als film op het filmdoek.
Elk waarneembaar of kenbaar object zit aan de gekende kant, aan de kant van de film dus, maar is in feite een modificatie van bewustzijn dat zichzelf als het filmdoek, in de rol van drager van de film, zichtbaar maakt. Bestaat er een film buiten het filmdoek? Bestaat er überhaupt een film los van het filmdoek, een verhaal los van bewustzijn? Nee, dus de film IS het filmdoek. De gekende wereld, de wereld van objecten en vorm IS bewustzijn. Film en filmdoek zijn één… Advaita betekend in het Sanskriet niet-twee. Dualiteit bestaat niet.
Deze realisatie zorgt voor ontspanning. De identificatie met vorm, de bron van lijden, is een illusie maar bestaat wel als zodanig. De opstellingen ervaringen hiermee zijn een uiting van bewustzijn in de vorm van een ken- en ervaarbaar verhaal.
Het filmdoek waarop het verhaal van de opstelling zichtbaar wordt blijft oordeel loos, onbewogen, leeg en onbegrensd zoals het veld is. Er is niets dat blijft plakken of ooit geweest is. In de film, voor het verhaal, hebben de opstellingen wel degelijk zin. Daar maken ze deel uit van het spel dat bewustzijn met zichzelf speelt. De zin zit hem hierbij in het zichzelf kunnen kennen van bewustzijn. Het veld speelt met ons.
In de film zijn mensen op zoek naar zichzelf en op zoek naar verbondenheid zonder te weten dat wat ze werkelijk zijn aan het zicht onttrokken wordt door de rumoer van de film. De eenheid en verbondenheid zit hem in de schijnbare afzondering van “ik”. Miljarden filmfiguren die allemaal “ik” ervaren zonder te zien dat we de ervaring van “ik” juist hetgeen is wat we met elkaar gemeen hebben! In Eenheid. Je kunt dan ook niet niet verbonden zijn. Je niet verbonden voelen maakt dan ook deel uit van de film. Filmfiguren kunnen zich niet verbonden voelen en aan een zoektocht beginnen naar verbondenheid. Maar dit is als water dat opzoek gaat naar zijn eigen natheid.
Een opstelling geeft inzicht aan de client hoe het systeem zich verhoudt tot de vraag die de persoon heeft. Als de persoon gedurende de opstelling innerlijk iets wijzigt. Een bepaalde houding, een oordeel, een overtuiging, dan beweegt de opstelling mee met de innerlijke beweging. Een opstelling is nooit een oplossing voor een probleem, maar kan een inzicht geven om anders naar het probleem te kijken.
In principe stapt de client uit het verhaal, en durft te kijken van de zijkant als zijnde het filmdoek waar de opstelling zich op afspeelt. We kunnen soms zelfs de opstelling bevriezen om het patroon te tonen. Alsof we de film eventjes stilzetten. Vervolgens editen we de film en spelen we deze vanaf dat moment af.
We kunnen de client ook weer terugzetten in het verhaal aan het einde, maar ik blijf kijken naar het filmdoek. Op dat waar de opstelling in verschijnt. Het veld is voor mij dus een metafoor voor het filmdoek.
Het interessante is dat vaak op een opstellingendag de verhalen die op het filmdoek verschijnen verbonden zijn. Soms is het thema scheiding, soms verlies, soms schuld, etc..
Als ik in de rol van opsteller kan kijken als filmdoek, ben ik dan niet eigenlijk het filmdoek?
Ik ben niet de filmer, want een opstelling valt dood als je gaat sturen op basis van je ratio. De verwondering is onderdeel van een opstelling. Ik ben niet de toeschouwer, want ik ervaar in mijn opstellingen een niet-weten, een niet-denken, maar vooral voelen in mijn lichaam wat er nodig is, verbonden aan alles.
Als ik denk als filmdoek, onpartijdig, niet-wetend, en niet oordelend wat er verschijnt, ontstaan de meest zuivere opstellingen met de diepste en meest aanwezige energie.
Als ik ingezogen wordt in de opstelling, en meega met het verhaal, omdat er (tegen)overdracht plaatsvindt, ervaar ik niet meer de ervaring als filmdoek, en manifesteer oordelen en overtuigingen. Ik ben ook maar een mens, en natuurlijk gebeurt mij dit ook.
Mij helpt het om als opsteller me voor te stellen het filmdoek te zijn. Datgene waar alles in verschijnt, en mijn ervaring daarbij is dat als ik meer in die toestand kan zijn, dat ik dan kan invoelen in ieders verhaal, maar hoef me niet aan het verhaal te hechten. Ik zie het, ervaar het, en laat het weer los. Elke verhaal mag er zijn, er is geen polariteit.
Wordt meer het filmdoek, dan je hechten aan het verhaal. Wordt hetgeen waar alles op verschijnt en je ervaart alleen maar meer liefde voor het wonder van het leven. Daar hoeft niets voor gedaan te worden of een ander standpunt voor worden ingenomen. Het enige dat nodig is, is de realisatie van dit feit.
Je bent dát waardoor je weet dat je bestaat en het veld toont dit. De open onbegrensde neutrale ruimtelijkheid van pure liefde waarin het leven zich afspeelt. Het lijkt daarom heel goed dat er ingezien wordt dat hechting aan beelden en vormen een beperking is. Let wel, in het verhaal! Want alles wat we doen is niet meer of minder dan het herschikken van het meubilair zonder dat de kamer, de ruimte, ook maar iets verandert. Daarom zeg ik, het enige wat je te doen staat is, is je bewust zijn van bewustzijn en dat dat alles is dat er is. De enige werkelijkheid. En voor de rest het leven zich laten zien in alle verscheidenheid.
Sandy